Appelflantaart

Toen ik aan dit recept begon had ik niet verwacht dat het resultaat zo'n voltreffer zou zijn.  Het is eigenlijk supersimpel:  een bladerdeegbodem met appelstukjes en een eenvoudig beslagje erover.  Zoonlief (= de meest kieskeurige eter van de streek) at met veel graagte 2 grote stukken...

Op de een of andere manier vormt het beslag tijdens het bakken een puddingachtig laagje en gaan de appeltjes bovendrijven.  Het bladerdeeg blijf door de truc met het lepeltje bloem en suiker op de bodem lekker knapperig na het bakken.

Nodig:

- 1 kant-en-klare rol bladerdeeg

- 1 el suiker

- 1 el bloem

- 4 à 6 appelen (afhankelijk van hun grootte)

- 100 g gesmolten boter

- 150 g suiker

- 2 el vanillesuiker

- 25 g vanillepuddingpoeder

- 3 eieren

Werkwijze:

- Verwarm de oven voor op 180°C.

- Rol het bladerdeeg met het bakpapier eronder uit en leg het in de vorm.

- Prik met een vork gaatjes in de bodem.

- Meng 1 el suiker met 1 el bloem en strooi dit over de deegbodem.

- Schil de appelen, snij ze in kleine blokjes en leg ze op de deegbodem.  De appelen moeten tot aan de rand van de vorm komen.

- Doe de suiker, vanillesuiker, gesmolten boter, vanillepuddingpoeder en eieren in een kom en klop tot een luchtig mengsel.

- Giet het mengsel  over de appelen.

- Bak de taart 50 minuten op 180°C.